Homoseksualiteit

Is dat gerechtvaardigd?

8 Twee personen van hetzelfde geslacht houden van elkaar. Is dat gerechtvaardigd? (vervolg)

Bij sommige mensen kan een blijvende homofiele geneigdheid voorkomen (d.w.z. hij of zij wordt grotendeels of uitsluitend aangetrokken tot iemand van hetzelfde geslacht); deze geneigdheid vindt zijn oorsprong ergens in het verleden en lijkt heel diep in de persoon vastgeworteld te zijn. Hij kan beperkt blijven tot alleen een neiging - zelfs een sterke neiging - en geen gevolgen hebben. Maar de overgang naar actieve homoseksualiteit is een heel belangrijk keerpunt, want al de eerste keer wordt er een raderwerk in gang gezet waarin schuldgevoel, gepaard met al te grote toegeeflijkheid als gevolg van het genot, in elkaar grijpen.

° Men is niet verantwoordelijk voor zijn gevoelens en impulsen, maar wel voor zijn daden. Men heeft geen schuld aan zijn slechte neigingen; wel kan een slechte daad echte schuld tot gevolg hebben. Als de daad op zich slecht is, moet je dat omwille van de waarheid niet voor jezelf verbergen. Maar dat wil niet zeggen dat de persoon die de daad uitvoert slecht is. Wie kan zich opwerpen als aanklager van zijn broeders en zusters?

° Er is hoop omdat er vrijheid is. Zeker, er is een ernstig probleem, maar ik val niet samen met mijn probleem. Mijn diepste wezen kan niet herleid worden tot een neiging, zelfs niet tot het ten uitvoer brengen daarvan. 'Ik-ben-niet' de neiging die in me zit.

° In ieder mens is het vermogen om lief te hebben en zichzelf weg te schenken veel dieper dan welke tendens of welke doodlopende weg ook: zelfs als ik wanhoop omdat ik me aan de rand van de maatschappij gedrukt voel of als ik probeer, de situatie als heel gewoon en alledaags voor te stellen, blijft God me oproepen, om verder te gaan. Hij nodigt me uit, op te staan om eruit te komen.

° Maar het is vaak moeilijk op zijn uitnodiging in te gaan vanwege de waanvoorstellingen van de fantasie die zich als heel serieus voordoen, vanwege de minachting die ik voor mezelf heb, doordat ik bang ben voor veranderingen, of door de druk van een bepaalde groep mensen. Dan onderschat ik het weerstandsvermogen van mijn eigen wil en ben ik bij voorbaat verslagen. Maar God laat zich door niets overwinnen, zelfs niet door alle weerstand die ik bied.

wat vooraf ging